Mijn Facebookulluk testament
Ernst Bergboer

Ik kap ermee. Facebook was leuk, vvt, full stop. Eind deze maand, we schrijven de tweede helft van december 2014, trek ik mijn stekker eruit. Of ik overstap naar een volgend sociaal mediaal platform, weet ik niet. Als ik er eentje vinden kan met een vergelijkbaar bereik dat echt sociaal is, wellicht. Maar ik heb geen haast; ik heb mijn buik nog vol genoeg.

Weken van wikken en wegen gingen aan deze knoophakkerij vooraf. Eigenlijk is dat gek, want zo ingewikkeld is het niet: ik wil niks te maken hebben met een partij die mijn privacy niet serieus neemt en constant over m’n grenzen gaat. Maar ja…

Hinkelen met een arm op de rug
Hinkelen in mijn hoofd, dat was het. Met één arm op mijn rug gedraaid. Mijn kinderen zitten op Facebook, met de rest van de wereld. Zoveel leukerds! Ik ben vriendjes met 728 van hen, volgens de laatste telling. De meeste weldenkend en inspirerend, met regelmatig uitdagende, leerzame, motiverende en ontroerende bijdragen. Ik heb oud-vriend(inn)en weer in het vizier, mensen die voorgoed een plekje in mijn hart veroverden. En vanuit zakelijk oogpunt is het natuurlijk handig om op Facebook te zitten, lees: niet handig om eraf te gaan. Profileren, gezien worden, gratis promotie. Nou ja, gratis…

Ik voel me een beetje in de val gelokt. Met voorbedachte rade. Misschien ook niet; misschien heeft de hebzucht pas na de beursgang postgevat. Dat zou ook kunnen.

Moeilijk-doenerij (?)
Ik heb het debat over de nieuwe voorwaarden gevolgd, natuurlijk. Op Facebook. De reacties op twijfelaars en aspirant-vertrekkers deden me vaak aan een wat snibbige Sneeuwwitje denken, die met het gif in de aderen zalig ligt te dromen en de prins die haar wakker kust verwijt dat zijn adem stinkt naar appeltjesazijn.
Ik heb het niet zo op een heel aantal blijf-argumenten. Ze rieken naar gemakzucht en zijn me eigenlijk te onbenullig om er al teveel woorden aan vuil te maken. Maar dit is mijn Facebookelijk testament, dus moest ik er toch maar wat over zeggen.

Wat maakt het uit; ‘ze’ weten toch al alles van je. En zolang je niets post wat je niet kwijt wilt, is er niks aan de hand. Bovendien: welkom in de eenentwintigste eeuw, dude. Wat wou je dan? Kroontjespen en postduif?

Tuurlijk. Privacy is ook een non-issue, een achterhaald begrip. Digitaal is nou eenmaal synoniem aan publiek. Dat ik die vriend laatst vroeg of hij het goed vond dat ik zijn nummer aan iemand anders gaf, slaat nergens op. Net als dat gemopper op de NSA & Co. Leuk(end)e mensen maken zich om dat soort futiliteiten niet druk.

Toch vermoed ik dat de meesten zich wel druk maken als hun werkgever de accounts van zijn werknemers structureel zou laten uitkammen, of als hun timeline wordt meegenomen in een sollicitatieprocedure. Kijk, daar zou ik dan weer niet zoveel bezwaar tegen hebben, want dat betreft nou alleen de informatie waarover ik zelf ga. Facebook wil veel meer.
Gek, ook, dat we er kennelijk vanuit gaan dat onze rechtstaat eeuwig is. Dat de wetteloosheid hier nooit meer zal regeren. Dat wat nu onschuldig is, ook altijd onschuldig zal zijn. Dat de bubbel waarin wij leven is gemaakt van schokbeton. Waar komt die naïviteit vandaan? Toch zeker niet uit onze ervaring of de geschiedenis.
De vrijerij tussen commercie en consument met het doen met een flinterdun laagje privacy-latex. Dun is fijn! En de vrijer heeft wel een naam, maar geen gezicht. Het is licht is uit. Zolang de baas maar met zijn fikken van ons afblijft. Maar vroeg of laat knapt er iets en ik ben bang dat daar heel rare kindjes van gaan komen.

Regulering
Ik heb overwogen te wachten op regelgeving. Maar de politiek spreekt met gespleten tong en kan geen vuist maken, bovendien is ‘ie oneindig traag. Die haalt dit nooit meer in. En als op nog veel urgentere ‘dossiers’ – denk aan klimaatverandering – geen enkele voortgang wordt geboekt, maak ik me geen illusies. Van de democratie, dat zelfreinigend vermogen van de samenleving, hoeven we het ook niet te verwachten. Het heeft er alle schijn van dat Facebook, ondanks alles, massale toestemming gaat krijgen. Welk argument en welk motief blijft er dan nog?
Daar komt bij dat regels zinloos zijn de intrinsieke moraal ontbreekt. Kijk naar banken zorginstellingen, woningcorporaties en verzekeraars. Dit type organisaties zal altijd de mazen blijven zoeken; da’s een reflex. Zo zijn ze gebakken. Wat je ook verzint, je zult altijd op je tellen moeten blijven passen als je met ze in zee blijft.

Tel de zegeningen
Ik heb nagedacht over de zegeningen van Facebook. Connecting people, de slogan van ooit die andere gigant. Voor mij de belangrijkste feature van Facebook – ik denk voor alle gebruikers. Maar waarom zou ik zonder Facebook in deze wereld niet connected kunnen blijven? Hoeveel extra boeken zou ik verkocht hebben omdat ik op Facebook zit? Hoeveel meer opdrachten binnengesleept? Niet zoveel dat ik er de Mac waarop ik dit tik van heb kunnen kopen. Wedden?
Het Tahirplein dan. De rol van social media in volksbewegingen, de publieke opinie, massa-communicatie. Reuze-handig. Belangrijk, doorslaggevend soms. Maar het maakt ook dat alleen het drama dat gehypet wordt aandacht krijgt. De grootste monden worden nog luider gehoord, het stille onrecht nog minder opgemerkt. En is het er in Egypte of elders nou veel beter op geworden? Volksbewegingen hebben Facebook niet nodig en ze worden er ook niet rationeler of humaner van.

Suckerberg
Na weken dobberen in de prut, ben ik nu op de bodem beland. De rommel is neergedwarreld. Als ik om me heen kijk, zie ik niets dat ik niet al wist. Dit is niet oké. Helemaal niet, wat mij betreft. De mores van het Zuckerbergbedrijf sucks, de praktijk is navenant. Ik leuk de gebruikersinterface, maar nu ze me vragen of ik daar de Gekke-Henkieprijs voor wil betalen, is het antwoord toch echt: nee.
Als ik eerlijk ben, is het enige dat me zolang heeft doen twijfelen de fear of missing out. De oudste marketingtruc ter wereld. En de meest vileine, omdat ‘ie altijd op een leugen stoelt.

Ik heb geen zin meer in clubs die drijven op hun leepheid om mij voor de gek te houden.

Noem het een verlangen naar nieuw fatsoen. Naar een vanzelfsprekend respect voor integriteit en grenzen. Naar een wereld waarin de logica dat ondernemers winst willen, plaatsmaakt voor de logica dat mensen elkaar een dienst bewijzen en daarvan allemaal een fijne boterham smeren, zonder kans dat daar de kaas vanaf gegeten wordt. Het zou ons verlossen van de drang om voortdurend te zoeken naar manieren om elkaar zo beschaafd mogelijk – binnen de grenzen van de wet, natuurlijk! – maximaal leeg te zuigen.

Facebook (en WhatsApp) I’m outta here!

Lieve Facebook-vriendjes: het ga jullie goed! Ik blijf jullie leuken, hoor. Via andere kanalen (heus, die bestaan!), liever nog in het echt. Aan jullie ligt het niet.
Contactgegevens, voor zover nodig, wissel ik graag uit. Laat maar weten. Bij mij zijn ze veilig. Als er al iemand met zijn tengels aanzit, dan heb ik hem daar geen toestemming voor gegeven.